De Patterdale Terriër is een zeldzame werkhond, soms geclassificeerd als de fell terrier, hoewel fokkers de Patterdale vaak als afkomstig van de dorsvlegel beschouwen. Dit jacht- en gezelschapsras wordt niet erkend door alle kennelclubs, met rasstandaarden die bestaan om een betere jager te maken.
Oorsprong
De Patterdale-terrier is ontstaan in Noord-Engeland en is vernoemd naar een dorp in Cumbria. In deze regio worden ze tegenwoordig vaker aangetroffen. Deze honden werden ontwikkeld om schaapskuddes te beschermen door ongedierte zoals vossen te jagen, die op schapen jagen, en ze zelfs in holen jagen. Ze zijn ook gewend om op konijnen te jagen. Het rotsachtige terrein van zijn oorsprong culmineerde in een behoefte aan een behendig huisdier dat een even capabele jager was boven en onder de grond. Het eerste bekende voorkomen van Patterdales in de Verenigde Staten was in 1978.
Kenmerken
Vanwege hun jachtkarakter, straft de United Kennel Club, of UKC, showhonden niet voor blessures die optreden tijdens het werken, inclusief littekens en gebroken tanden. Deze terriers zijn 10 tot 15 inch hoog op hun schouders met een evenredig gewicht, en ze hebben meestal een volledige, in plaats van gecoupeerde, staart. Hun oren zijn gekanteld of dicht bij hun hoofd gevouwen. De Patterdale-vacht is grof en taai, zelfs in zijn gladde vorm. Patterdale-terrieren mogen nooit donsachtig zijn. Rasstandaarden zorgen voor kleuren zoals zwart, rood, bruin of zwart en bruin; witte markeringen zijn alleen toegestaan op de borst of voeten.
Gedrag
Patterdales zijn actieve honden en de meesten werken hard om hun baasjes te plezieren. Ze zijn misschien koppig, maar ze mogen nooit wreed of verlegen zijn. Omdat ze hun prooi onafhankelijk kunnen verzenden, wordt Patterdales meestal niet gebruikt bij de jacht waarbij het doel is om een prooidraai uit hun hol te maken. Hoewel ze vaak goed samenwerken met andere honden, maakt hun jachtaardigheid ze minder compatibel met andere soorten huisdieren. Met voldoende lichaamsbeweging buiten, zijn ze meestal inactief in huis, maar ze worden niet aanbevolen als appartementshonden.
Zorg
Patterdales moet regelmatige, dagelijkse oefeningen krijgen voor zowel hun gezondheid als om hun instinct te sussen. Activiteit kan variëren van joggen en wandelen tot jagen. Deze honden mogen niet zonder toezicht in een omheinde tuin staan omdat ze gemakkelijk kunnen uitgraven. De behoeften aan verzorging zijn minimaal; Af en toe poetsen is alles wat Patterdales nodig heeft voor een gezonde vacht. Ze zijn over het algemeen gezonde honden, met weinig genetische aanleg.
Door Elizabeth Muirhead
Afbeeldingsbron: PetGuide