Dacht te zijn een van de oudste levende reptielen, schildpadden verscheen meer dan 250 miljoen jaar geleden op aarde en zijn weinig veranderd. Hoewel hun lichaamsplan ons vreemd is, heeft het hen gedurende deze tijd goed gediend en hebben ze zich aangepast om te leven op zowel land als zee.
Schildpadschild
De schildpadschelp bestaat uit twee delen: de rugschild (bovenste, afgeronde schaal) en de plastron (de onderste schaal). Beide shells zijn gemaakt van gefuseerd bot. In feite heeft de schildpad wervels die deel uitmaken van hun ruggenmerg, net zoals mensen doen, maar hun wervels zijn gefuseerd met hun schelp.
Turtle Skeletal Structure
Schildpadden zijn gewervelde dieren, dus ze hebben een soortgelijke skeletstructuur als de mens. Het schaambeen is echter omgekeerd, naar binnen gericht in plaats van naar buiten gericht en het bekken is aan het plastron gefuseerd. Ze hebben ook een langwerpige scapula om te helpen bij beweging met de schaal. Waarschijnlijk het meest opvallende verschil zit in de schedel: Schildpadden hebben geen tanden. Ze gebruiken snavels en sterke kaakspieren om voedsel te verpletteren.
Cardiaal systeem
Schildpadden hebben een driekamerig hart dat bestaat uit twee boezems en één ventrikel. Zuurstofrijk bloed en gedeoxygeneerd bloed worden gescheiden door membranen en bloedstroming in het ventrikel, maar er is enige vermenging. Wanneer schildpadden naar voedsel duiken, kunnen ze de longen omzeilen en bloed rechtstreeks naar de rest van het lichaam sturen. Omdat de schildpadribben aan hun schelpen zijn bevestigd, bewegen ze niet zodat de longen kunnen uitzetten. Schildpadden hebben dus speciale spieren waardoor de longen de lucht kunnen inademen en uitademen.
Spijsverteringssysteem
Het spijsverteringssysteem van de schildpad is niet zo verschillend van de meeste andere gewervelde dieren. Omdat ze verschillende diëten hebben, consumeren ze vaak plantaardig materiaal, dat moeilijk te verteren is. Om dit te verklaren, hebben ze een langwerpige dunne darm met bacteriën in de blindedarm die hen helpen te verteren. Dit vertraagt de spijsvertering, maar zorgt ervoor dat ze meer voedingsstoffen vasthouden.