Onderzoek toont aan dat de Prehistorische Mens zo veel van zijn honden hield als wij

Inhoudsopgave:

Onderzoek toont aan dat de Prehistorische Mens zo veel van zijn honden hield als wij
Onderzoek toont aan dat de Prehistorische Mens zo veel van zijn honden hield als wij

Video: Onderzoek toont aan dat de Prehistorische Mens zo veel van zijn honden hield als wij

Video: Onderzoek toont aan dat de Prehistorische Mens zo veel van zijn honden hield als wij
Video: Partially Blind, Deaf Dog Saves Little Girl Lost In Wilderness 2024, November
Anonim

Foto's door: Jaromir Chalabala / Shutterstock

Onderzoek op basis van de overblijfselen van een hond in een graf van 14.000 jaar geeft experts de mogelijkheid te geloven dat voorhistorische mensen emotionele banden hadden met gedomesticeerde honden.

Dierenarts en Ph.D-kandidaat van de Universiteit Leiden, Luc Janssens, heeft geleerd dat een hond die in een graf werd gevonden dat 14.000 jaar oud was, hoogstwaarschijnlijk lange tijd ziek was geweest en dat er voor gezorgd was dat er een prehistorische menselijke investering in de hondenleven. Hij heeft hun bevindingen gepubliceerd in de Journal of Archaeological Science.

Gerelateerd: Ancient Engravings Show Early Dogs waren Leashed Companions

Het graf had de overblijfselen van een man, een vrouw en twee honden en werd ontdekt in 1914 in Bonn, Duitsland. Het huidige onderzoek bepaalde dat de overblijfselen uit de Paleolithische tijdsperiode kwamen en dat ze ongeveer 14.000 jaar teruggingen. Tot dusverre is dit het oudste bekende graf waar honden en mensen samen zijn begraven en een van de vroegste bewijsstukken die tijd schept voor de domesticatie van honden. Op basis van de nieuwe bevindingen lijkt het erop dat honden heel goed werden verzorgd, zelfs toen.

Gerelateerd: Oude honden geven aanwijzingen over de vroege bewoners van Noord-Amerika

Janssens keek naar de tanden van de jongere hond in het graf en hij dacht dat hij zes of zeven maanden oud was toen hij stierf. Hij concludeerde ook dat de hond hoogstwaarschijnlijk leed aan hondenziekte of een infectie van het morbilli-virus, hoewel het niet definitief kan worden gediagnosticeerd omdat het genetische materiaal van het virus niet langer bestaat. De schade aan de tanden van de hond, die kenmerkend is voor het virus, bleek ongeveer 3- tot 4 maanden oud te zijn en er zijn mogelijk twee of drie extra perioden geweest waarin de hond ernstig ziek was.

Janssens zei dat, tenzij een hond voldoende zorg heeft, een ernstig geval van hondenziekte kan resulteren in de dood in minder dan drie weken. Verrassend genoeg leefde deze hond ongeveer acht weken langer, wat betekent dat hij werd verzorgd, inclusief schoonmaken, voeden en drenken, ook al bood deze geen werk of productiviteit in ruil. Als je eraan toevoegt dat de hond begraven werd onder mensen, is het veilig om aan te nemen dat er zelfs 14.000 jaar geleden een speciale relatie was tussen mensen en honden.

Aanbevolen: